Verleden, Heden, Toekomst in groep 3/4
Verleden
Onderwijsactiviteit: Een kijkje in het verleden van de school...
21st Century Skills: Kritisch denken, samenwerken, probleemoplossend vermogen, communiceren, ICT-Geletterdheid, Creativiteit.
TPACK: Presentatiesoftware Padlet (Technology), Probleemoplossend leren (Pedagogy), Geschiedenis (Content).
Doelen:
· De leerlingen kunnen minimaal 2 verschillen benoemen tussen de school van vroeger en nu.
· De leerlingen analyseren de school van vroeger, vergelijken deze met de school van tegenwoordig, komen tot conclusies en interpretaties en zo tot een plan van aanpak.
· De leerlingen maken in viertallen een plan van aanpak om het probleem van vroeger op te lossen.
Onderwijsactiviteit:
De leerlingen nemen via de tool 'Fakebook' een kijkje in het verleden. Een oud-directeur van de school vertelt aan de leerlingen hoe de school er vroeger uit zag, hoe de lessen eruit zagen, hoe ze in de klas zaten, enzovoort. Rondom deze tool gaan we klassikaal met elkaar in gesprek over het verleden en vormen de leerlingen een beeld over de school van vroeger. De leerlingen gaan samen kritisch nadenken door het verleden te analyseren en die situatie/mening te vergelijken met het onderwijs van nu. Vervolgens stelt de directeur een 'probleem' aan de orde via deze tool. De directeur wil namelijk weten hoe ze het lesgeven en/of de klassen hadden kunnen veranderen om het onderwijs in die tijd 'leuker' te maken voor de kinderen. Op deze manier leren de leerlingen inzien dat er problemen ontstaan en dat daarbij een plan van aanpak moet worden gemaakt om het probleem op te lossen (Kennisnet, 2014). Kortom er wordt een beroep gedaan op het probleemoplossend vermogen van de leerlingen. In groepjes van 4 leerlingen gaan ze voor het probleem een plan van aanpak bedenken. In dat proces staat ook weer kritisch nadenken, samenwerken en creativiteit centraal. In dat plan van aanpak moeten de leerlingen rekening houden met de materialen van vroeger. Ze kunnen niet komen met ideeën als: meer computers, etc. Dit stimuleert ook weer het kritisch denken, het probleemoplossend vermogen en de creativiteit van de leerlingen. Het plan van aanpak mogen ze op hun eigen manier weergeven: ze kunnen tekeningen maken (bv. Nieuwe plattegronden van de klas), ze kunnen een stukje tekst schrijven, etc. Uiteindelijk presenteren ze hun plan van aanpak via de presentatiesoftware 'Padlet'. Eventuele tekeningen worden ingescand of foto's van gemaakt. Ze typen er tekst bij en maken zo hun digitale prikbord over het plan van aanpak. Daarbij sluit ik aan op de mediawijsheidcompetentie G1 'apparaten, software en toepassingen gebruiken'. Mediawijzer.net (2013) zegt dat groep 3/4 verschillende apparaten en platformen kan gebruiken. Door padlet te gebruiken sluit ik bij die competentie aan. Ieder groepje krijgt een eigen padlet tot hun beschikking. Als de padlets klaar zijn dan worden deze aan elkaar gepresenteerd. Zo wisselen ze de plan van aanpakken aan elkaar uit (communiceren).
Rol als leerkracht:
Als leerkracht houd ik een klassikaal leergesprek over de fakebook pagina en de situatie van vroeger. Ik ga met de kinderen in gesprek over de situatie van vroeger en laat ze dit vergelijken met het onderwijs van tegenwoordig. Ik stel het probleem aan de orde en laat de leerlingen in groepjes (4 kdn) aan de slag gaan. In dit proces begeleid ik hen hierin door gerichte vragen te stellen, hen te observeren, etc. Als ze het plan van aanpak af hebben, laat ik ze dit presenteren via de tool padlet. Ik begeleid de groepen leerlingen hierin, door hun uitleg te geven over de tool en henzelf de informatie erin te laten zetten.
Onderwijsactiviteit: Een kijkje in het verleden van de school...
21st Century Skills: Kritisch denken, samenwerken, probleemoplossend vermogen, communiceren, ICT-Geletterdheid, Creativiteit.
TPACK: Presentatiesoftware Padlet (Technology), Probleemoplossend leren (Pedagogy), Geschiedenis (Content).
Doelen:
· De leerlingen kunnen minimaal 2 verschillen benoemen tussen de school van vroeger en nu.
· De leerlingen analyseren de school van vroeger, vergelijken deze met de school van tegenwoordig, komen tot conclusies en interpretaties en zo tot een plan van aanpak.
· De leerlingen maken in viertallen een plan van aanpak om het probleem van vroeger op te lossen.
Onderwijsactiviteit:
De leerlingen nemen via de tool 'Fakebook' een kijkje in het verleden. Een oud-directeur van de school vertelt aan de leerlingen hoe de school er vroeger uit zag, hoe de lessen eruit zagen, hoe ze in de klas zaten, enzovoort. Rondom deze tool gaan we klassikaal met elkaar in gesprek over het verleden en vormen de leerlingen een beeld over de school van vroeger. De leerlingen gaan samen kritisch nadenken door het verleden te analyseren en die situatie/mening te vergelijken met het onderwijs van nu. Vervolgens stelt de directeur een 'probleem' aan de orde via deze tool. De directeur wil namelijk weten hoe ze het lesgeven en/of de klassen hadden kunnen veranderen om het onderwijs in die tijd 'leuker' te maken voor de kinderen. Op deze manier leren de leerlingen inzien dat er problemen ontstaan en dat daarbij een plan van aanpak moet worden gemaakt om het probleem op te lossen (Kennisnet, 2014). Kortom er wordt een beroep gedaan op het probleemoplossend vermogen van de leerlingen. In groepjes van 4 leerlingen gaan ze voor het probleem een plan van aanpak bedenken. In dat proces staat ook weer kritisch nadenken, samenwerken en creativiteit centraal. In dat plan van aanpak moeten de leerlingen rekening houden met de materialen van vroeger. Ze kunnen niet komen met ideeën als: meer computers, etc. Dit stimuleert ook weer het kritisch denken, het probleemoplossend vermogen en de creativiteit van de leerlingen. Het plan van aanpak mogen ze op hun eigen manier weergeven: ze kunnen tekeningen maken (bv. Nieuwe plattegronden van de klas), ze kunnen een stukje tekst schrijven, etc. Uiteindelijk presenteren ze hun plan van aanpak via de presentatiesoftware 'Padlet'. Eventuele tekeningen worden ingescand of foto's van gemaakt. Ze typen er tekst bij en maken zo hun digitale prikbord over het plan van aanpak. Daarbij sluit ik aan op de mediawijsheidcompetentie G1 'apparaten, software en toepassingen gebruiken'. Mediawijzer.net (2013) zegt dat groep 3/4 verschillende apparaten en platformen kan gebruiken. Door padlet te gebruiken sluit ik bij die competentie aan. Ieder groepje krijgt een eigen padlet tot hun beschikking. Als de padlets klaar zijn dan worden deze aan elkaar gepresenteerd. Zo wisselen ze de plan van aanpakken aan elkaar uit (communiceren).
Rol als leerkracht:
Als leerkracht houd ik een klassikaal leergesprek over de fakebook pagina en de situatie van vroeger. Ik ga met de kinderen in gesprek over de situatie van vroeger en laat ze dit vergelijken met het onderwijs van tegenwoordig. Ik stel het probleem aan de orde en laat de leerlingen in groepjes (4 kdn) aan de slag gaan. In dit proces begeleid ik hen hierin door gerichte vragen te stellen, hen te observeren, etc. Als ze het plan van aanpak af hebben, laat ik ze dit presenteren via de tool padlet. Ik begeleid de groepen leerlingen hierin, door hun uitleg te geven over de tool en henzelf de informatie erin te laten zetten.
Heden
Onderwijsactiviteit: Stripverhaal maken met Bitstrips
21st Century Skills: Samenwerken, ICT-Geletterdheid, Kritisch denken, Creativiteit.
TPACK: Tekenprogramma Bitstrips (Technology), Samenwerkend leren (Pedagogy), Aardrijkskunde en Taal (Content)
Doelen:
· Leerlingen maken een stripverhaal waarin ze laten zien hoe de school er nu uit ziet en wie de leerlingen zijn; wat zijn hun talenten, etc.
· Leerlingen leren samen om te gaan met de tool 'Bitstrips'.
· Leerlingen zijn bewust van eigen handelen en kunnen reflecteren op zichzelf en het samenwerken.
Onderwijsactiviteit:
De leerlingen gaan in tweetallen een eigen bitstrip maken over het heden. In het stripverhaal laten zij zien wie zij nu zijn en hoe de school er nu uit ziet. Eerst wordt er gestart met een klassikale instructie en wordt er via het digibord uitgelegd hoe het programma werkt. Vervolgens worden er tweetallen samengesteld met de Fruitmachine tool. In de eerste les gaan ze samen hun stripfiguurtje samenstellen en gaan ze experimenteren met de tool. Ze moeten daarbij samenwerken en leren ze de technologie op een effectieve manier in te zetten (Kennisnet, 2014). In de tweede en derde les gaan ze samen een bitstrip maken over het heden. De leerlingen moeten hierbij samenwerken door naar elkaar te luisteren, taken te verdelen en verantwoordelijkheid te dragen voor het resultaat. Deze vaardigheden staan centraal bij de 21st century skill samenwerken (van den Oetelaar, 2012). Aan het stripverhaal worden 2 opdrachten verbonden en dat zorgt ervoor dat de leerlingen creatief moeten zijn binnen deze tool en zelf op eigen ideeën en oplossingen moeten komen. Door deze samenwerkingsopdracht leren ze ook kritisch naar zichzelf te kijken en bewust te worden van hun eigen handelen (van den Oetelaar, 2012). Ze moeten één strip creëren. Daarnaast leren de leerlingen ook om te gaan met technologie als de computer en de tool. Hierbij sluit ik aan bij de mediawijsheidcompetentie 'G2, Oriënteren binnen mediaomgevingen'. Mediawijzer.net(2013) geeft aan dat kinderen uit groep 3/4 het programma kan opstarten en daarin kan werken. Uitsluitend worden de bitstrips opgeslagen en klassikaal aan elkaar gepresenteerd. Op deze manier brengen ze de informatie over het heden aan elkaar over (communiceren).
Rol als leerkracht:
Ik laat de leerlingen in deze opdracht vrij en ik durf hen los te laten zodat ik de creativiteit van de leerlingen stimuleer (Kennisnet, 2014). Aan de opdracht worden 2 voorwaarden verbonden en verder mogen ze zelf hun eigen stripverhaal maken. Als ze vragen hebben kunnen ze bij mij terecht en ik loop rond om het onderwijsproces te volgen en hen de juiste vragen te stellen die hen dieper doen nadenken.
Onderwijsactiviteit: Stripverhaal maken met Bitstrips
21st Century Skills: Samenwerken, ICT-Geletterdheid, Kritisch denken, Creativiteit.
TPACK: Tekenprogramma Bitstrips (Technology), Samenwerkend leren (Pedagogy), Aardrijkskunde en Taal (Content)
Doelen:
· Leerlingen maken een stripverhaal waarin ze laten zien hoe de school er nu uit ziet en wie de leerlingen zijn; wat zijn hun talenten, etc.
· Leerlingen leren samen om te gaan met de tool 'Bitstrips'.
· Leerlingen zijn bewust van eigen handelen en kunnen reflecteren op zichzelf en het samenwerken.
Onderwijsactiviteit:
De leerlingen gaan in tweetallen een eigen bitstrip maken over het heden. In het stripverhaal laten zij zien wie zij nu zijn en hoe de school er nu uit ziet. Eerst wordt er gestart met een klassikale instructie en wordt er via het digibord uitgelegd hoe het programma werkt. Vervolgens worden er tweetallen samengesteld met de Fruitmachine tool. In de eerste les gaan ze samen hun stripfiguurtje samenstellen en gaan ze experimenteren met de tool. Ze moeten daarbij samenwerken en leren ze de technologie op een effectieve manier in te zetten (Kennisnet, 2014). In de tweede en derde les gaan ze samen een bitstrip maken over het heden. De leerlingen moeten hierbij samenwerken door naar elkaar te luisteren, taken te verdelen en verantwoordelijkheid te dragen voor het resultaat. Deze vaardigheden staan centraal bij de 21st century skill samenwerken (van den Oetelaar, 2012). Aan het stripverhaal worden 2 opdrachten verbonden en dat zorgt ervoor dat de leerlingen creatief moeten zijn binnen deze tool en zelf op eigen ideeën en oplossingen moeten komen. Door deze samenwerkingsopdracht leren ze ook kritisch naar zichzelf te kijken en bewust te worden van hun eigen handelen (van den Oetelaar, 2012). Ze moeten één strip creëren. Daarnaast leren de leerlingen ook om te gaan met technologie als de computer en de tool. Hierbij sluit ik aan bij de mediawijsheidcompetentie 'G2, Oriënteren binnen mediaomgevingen'. Mediawijzer.net(2013) geeft aan dat kinderen uit groep 3/4 het programma kan opstarten en daarin kan werken. Uitsluitend worden de bitstrips opgeslagen en klassikaal aan elkaar gepresenteerd. Op deze manier brengen ze de informatie over het heden aan elkaar over (communiceren).
Rol als leerkracht:
Ik laat de leerlingen in deze opdracht vrij en ik durf hen los te laten zodat ik de creativiteit van de leerlingen stimuleer (Kennisnet, 2014). Aan de opdracht worden 2 voorwaarden verbonden en verder mogen ze zelf hun eigen stripverhaal maken. Als ze vragen hebben kunnen ze bij mij terecht en ik loop rond om het onderwijsproces te volgen en hen de juiste vragen te stellen die hen dieper doen nadenken.
Toekomst
Onderwijsactiviteit: Een eigen digitale krant maken over de toekomst.
21st Century Skills: Samenwerken, ICT-Geletterdheid, Creativiteit, Kritisch denken
TPACK: Tekstverwerker (digitale krant maken), Samenwerkend leren (Pedagogy), Taal (content)
Doelen:
· Leerlingen maken samen een digitaal krantenartikel over de toekomst van de school.
· Leerlingen creëren nieuwe inzichten over de toekomst van de school.
· Leerlingen denken samen kritisch na over de toekomst van de school; ze analyseren het heden en creëren een nieuwe school doormiddel van de kennis over de ontwikkelingen rondom het onderwijs.
Onderwijsactiviteit:
De leerlingen gaan een digitaal krantenartikel schrijven dat gaat over de toekomst van de school: Hoe ziet de school er over 10 jaar uit, welke juffen werken er nog?, hoe leren de kinderen, wat leren de kinderen, etc. De leerlingen zullen het heden moeten analyseren en daarbij samen nieuwe ideeën moeten creëren. De leerlingen zullen 'out of the box' moeten denken, omdat er geen specifieke opdrachten aan verbonden zitten waar het precies over moet gaan. Door hun vrij te laten, stimuleert dat ook weer de creativiteit van de leerlingen, alleen moet het wel geloofwaardig zijn.
In het schrijfproces maken ze via het programma 'Word' samen een krantenartikel die ze regelmatig moeten terug lezen en aanpassen. Ze zullen een flink stukje moeten schrijven en kunnen het er niet zomaar mee eens zijn. Ze gaan aan de slag als echte redacteurs van de krant. Als het artikel klaar is, slaan ze het op en sturen ze het naar mij op via de mail. Op mijn computer bekijken we het artikel en worden er eventuele aanpassingen gedaan; bijv. taalfoutjes, tekst langer maken, tekst inkorten, etc. Ik laat de leerlingen zelf hun artikel op mijn computer in de krant plaatsen. Door de leerlingen zoveel mogelijk zelf te laten doen, wordt er gericht gewerkt aan de mediawijsheidcompetentie 'G1 Apparaten, software en toepassingen gebruiken'. Mediawijzer.net (2013) geeft aan dat de leerlingen actief gebruiker zijn van media en verschillende apparaten kan gebruiken. Uiteindelijk wordt de krant afgedrukt en wordt deze verspreid. Door deze vorm wordt ook de informatie over de toekomst aan elkaar overgebracht.
Rol als leerkracht:
Als leerkracht heb ik een begeleidende rol. Ik laat zoveel mogelijk de leerlingen actief aan de slag zijn en zelf de programma's en apparaten besturen. Het schrijfproces houd ik in de gaten door de krantenartikelen te lezen en hen eventueel bij de sturen of tips te geven. In het besturen van programma's en apparaten vertel ik telkens wat ze moeten doen en laat de leerlingen de handelingen uitvoeren en begeleid ik hen hierin.
Onderwijsactiviteit: Een eigen digitale krant maken over de toekomst.
21st Century Skills: Samenwerken, ICT-Geletterdheid, Creativiteit, Kritisch denken
TPACK: Tekstverwerker (digitale krant maken), Samenwerkend leren (Pedagogy), Taal (content)
Doelen:
· Leerlingen maken samen een digitaal krantenartikel over de toekomst van de school.
· Leerlingen creëren nieuwe inzichten over de toekomst van de school.
· Leerlingen denken samen kritisch na over de toekomst van de school; ze analyseren het heden en creëren een nieuwe school doormiddel van de kennis over de ontwikkelingen rondom het onderwijs.
Onderwijsactiviteit:
De leerlingen gaan een digitaal krantenartikel schrijven dat gaat over de toekomst van de school: Hoe ziet de school er over 10 jaar uit, welke juffen werken er nog?, hoe leren de kinderen, wat leren de kinderen, etc. De leerlingen zullen het heden moeten analyseren en daarbij samen nieuwe ideeën moeten creëren. De leerlingen zullen 'out of the box' moeten denken, omdat er geen specifieke opdrachten aan verbonden zitten waar het precies over moet gaan. Door hun vrij te laten, stimuleert dat ook weer de creativiteit van de leerlingen, alleen moet het wel geloofwaardig zijn.
In het schrijfproces maken ze via het programma 'Word' samen een krantenartikel die ze regelmatig moeten terug lezen en aanpassen. Ze zullen een flink stukje moeten schrijven en kunnen het er niet zomaar mee eens zijn. Ze gaan aan de slag als echte redacteurs van de krant. Als het artikel klaar is, slaan ze het op en sturen ze het naar mij op via de mail. Op mijn computer bekijken we het artikel en worden er eventuele aanpassingen gedaan; bijv. taalfoutjes, tekst langer maken, tekst inkorten, etc. Ik laat de leerlingen zelf hun artikel op mijn computer in de krant plaatsen. Door de leerlingen zoveel mogelijk zelf te laten doen, wordt er gericht gewerkt aan de mediawijsheidcompetentie 'G1 Apparaten, software en toepassingen gebruiken'. Mediawijzer.net (2013) geeft aan dat de leerlingen actief gebruiker zijn van media en verschillende apparaten kan gebruiken. Uiteindelijk wordt de krant afgedrukt en wordt deze verspreid. Door deze vorm wordt ook de informatie over de toekomst aan elkaar overgebracht.
Rol als leerkracht:
Als leerkracht heb ik een begeleidende rol. Ik laat zoveel mogelijk de leerlingen actief aan de slag zijn en zelf de programma's en apparaten besturen. Het schrijfproces houd ik in de gaten door de krantenartikelen te lezen en hen eventueel bij de sturen of tips te geven. In het besturen van programma's en apparaten vertel ik telkens wat ze moeten doen en laat de leerlingen de handelingen uitvoeren en begeleid ik hen hierin.
|
|