Creativiteit, nieuwe kansen zien en benutten, uitdaging zoeken, niet stilstaan bij het heden maar vooruit kijken naar de toekomst, dat zijn voor mij begrippen die behoren tot het kernbegrip 'ondernemingszin'. Leavers en Bertrans (2013) zeggen dat ondernemingszin het vermogen is om in de omgeving iets teweeg te brengen dat vernieuwend en grensverleggend is. Kinderen/volwassenen met ondernemingszin zien wat er nog niet is, maar hebben een neus voor nieuwe kansen (Leavers & Bertrans, 2013). Kortom het zijn de doorzetters, de risiconemers en de veranderaars in de dagelijkse omgeving en in de toekomst. Door deze eigenschappen maken ze het verschil met de omgeving en zorgen ze voor innovatie binnen het onderwijs.
Ondernemingszin bestaat uit twee kernbegrippen: Creativiteit en Zelfsturing. Een persoon met ondernemingszin stelt nieuwe ideeën aan de orde, ziet mogelijkheden in de omgeving en bedenkt oplossingen voor problemen die zich voortdoen. Wil je als persoon voor die nieuwe ideeën en mogelijkheden gaan, dan moet je over een goede zelfsturing beschikken (Leavers&Bertrans, 2013). Juist kinderen zien die mogelijkheden, brengen nieuwe ideeën aan de orde en zoeken oplossingen voor problemen.
Zelfsturing kent 4 pijlers:
Zelfsturing kent 4 pijlers:
- Wil
- Richting
- Strategie
- Afstand
Wil: Als je iets voor je hebt dan ga je daar helemaal voor, je geeft niet op ondanks alle tegenslagen en obstakels. Je bent in staat om af te werken waar je aan begint en je hebt een eigen wil.
Richting: Je weet welke kant je op wilt. Je kunt zelfstandig keuzes maken en de eigen behoeften en interesses vertaal je in concrete en haalbare doelen.
Strategie: Je combineert verschillende taken en gaat vlot aan de slag nadat de keuze en doelstelling duidelijk zijn.
Afstand: Je ziet precies in wanneer een bepaalde handeling niet meer tot je doel leid. Er worden verbanden gelegd tussen acties en het resultaat.
Richting: Je weet welke kant je op wilt. Je kunt zelfstandig keuzes maken en de eigen behoeften en interesses vertaal je in concrete en haalbare doelen.
Strategie: Je combineert verschillende taken en gaat vlot aan de slag nadat de keuze en doelstelling duidelijk zijn.
Afstand: Je ziet precies in wanneer een bepaalde handeling niet meer tot je doel leid. Er worden verbanden gelegd tussen acties en het resultaat.
Sta ik als leerkracht open voor ondernemingszin in de klas? Ja!! Ik vind het belangrijk dat leerlingen zich verder kunnen ontwikkelen en daar zelf ook hun eigen initiatief in kunnen nemen. Als kinderen met nieuwe ideeën komen of ze nemen initiatieven dan sta ik daar voor open, ga ik daarmee aan de slag en stimuleer ik dat op een positieve manier. Dit doe ik door hen de juiste begeleiding te bieden, hen het vertrouwen te geven en hen nieuwe kansen te geven. Een goed welbevinden, stevige emotionele basis en zich goed voelen in de klas zijn voorwaarden die nodig zijn om ondernemingszin te ontwikkelen bij kinderen, aldus Leavers en Bertrans (2013). Daarnaast is een positief schoolklimaat, rijke en uitdagende leeromgeving, stimulerende en ondersteunende begeleiding van belang binnen de klas en de school.
Ben jij als leerkracht een ondernemer? Op de site: http://www.locomotiva.nl/test.php kun je een leiderschapstest doen. Wat voor leider ben jij? Ik zelf heb ook de test gemaakt en daar kwam uit dat ik zowel een succesvolle werker ben als een levensgenieter. Als ik naar de beschrijvingen kijk van beide types dan komen deze op verschillende aspecten aardig overeen. |
Ik ben benieuwd naar jouw mening over ondernemingszin in het onderwijs! Laat gerust een reactie achter!
Bronnen:
Leavers, F. & Bertrans, E. (2013). De ondernemers uit je klas. Wie zijn ze? Wat doen ze? Egoscoop Ondernemingszin. 17(3), 5-10.
Bronnen:
Leavers, F. & Bertrans, E. (2013). De ondernemers uit je klas. Wie zijn ze? Wat doen ze? Egoscoop Ondernemingszin. 17(3), 5-10.